Thread Rating:
  • 3 Vote(s) - 2.67 Average
  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Spinvis
Nieuw album heet Be-Bop-A-Lula en komt 7 april uit.

In dezelfde nieuwsbrief hoor ik trouwens nu pas over zijn huidige theatertournee met Saartje. Te laat om nog in Roermond te gaan kijken helaas.
Reply
Ik vond de theatershow van spinvis te veel theater en saartje.
Reply
(24-02-2023, 18:08)atthedrive-in Wrote: Ik vond de show van spinvis na zijn debuutperiode te veel theater en saartje.

Fixed it.
Reply
GRAVEN IN JEZELF IS ONZIN; JE MOET KIJKEN, BELEVEN, DENKEN'


DOOR: WILLEM BEMBOOM

7 APRIL 2023

‘Alles kan in mijn tingeltangelhersenpan’, aldus Spinvis in de opener van zijn nieuwe plaat Be-Bop-A-Lula. De eigenzinnige componist en tekstschrijver schetst zo een grenzeloze geestesgesteldheid die al meer dan twintig jaar wonderlijke muzikale vondsten oplevert. Erik de Jong is zelf inmiddels de 60 gepasseerd en heeft naar eigen zeggen ‘meer verleden dan toekomst’. Al weerhield de tikkende tijd, alsmede de pandemische uitzichtloosheid, hem niet van het maken van een zonnig pakket songs, in zijn thuisstudio Het Vaticaan te Nieuwegein. En er ontstond zelfs iets geheel nieuws op zijn palet: een heus schilderij, dat ook de hoes van Be-Bop-A-Lula siert. OOR neemt een duik in de wereld die Spinvis heet.

Fotografie Isolde Woudstra

BE-BOP-A-LULA, het nummer van Gene Vincent, stamt van 1956, jij van 1961. Was er rock & roll thuis toen jij opgroeide?

‘Nee. Mijn vader hield van Johnny Cash en mijn moeder van de Zangeres Zonder Naam. Toen ik een jaar of zes was, hoorde ik Ik Heb Geen Zin Om Op Te Staan van Het en Beestjes van Ronnie En De Ronnies, dat was mijn openbaring in de popmuziek. En Als De Rook Om Je Hoofd Is Verdwenen van Boudewijn de Groot, een soort taalspel, een surrealistisch beeld. Grappig, geestig en ook een beetje griezelig – vooral die Beestjes.’
‘De muziek van al die dingen is ook heel goed. Maar wat is de definitie van rock & roll? Spinvis is dat in ieder geval niet. Be-Bop-A-Lula was de geboorte van een dier dat zoveel armen heeft gekregen, tot elektronische piep aan toe. Op een of andere manier maak ik daar een echo van. Een echo van een echo. Dat begon allemaal bij één woord, dat op zich niets betekent, maar iedereen begrijpt. Een oerschreeuw, het eerste wat een baby uitbrengt.’

Ooit van je ouders gehoord wat jouw eerste woord was?

‘Hmmm… Ik sprak heel lang niet. Geen woord, tot m’n derde jaar. Je zette mij ergens neer en ik zat. Ik keek wel, en luisterde, maar zei niets. M’n moeder maakte zich daar wel zorgen over, ze is nog met me naar de dokter geweest. Maar die kon ook niks vinden. Ik denk dat ik gewoon tijd nodig had om de taal te beluisteren, voordat ik wist wát ik dan wilde gaan zeggen. En toen de babbel eenmaal aanging, is die ook niet meer gestopt.’
‘Wat Be-Bop-A-Lula betreft: er wordt tegenwoordig heel veel bedoeld, met liedjes. Je diepste emoties in wat je meemaakt in je leven. Is allemaal goed hoor, maar wat mij altijd heeft aangesproken is de betekenisloosheid van rock & roll – die dus wel degelijk iets betekent, al hoef je dat niet per se te benoemen. Je moet het voelen. Ja, als je het voelt, dan zit ’t goed.’

JE HEBT de albumhoes zelf geschilderd. Nieuwe hobby?
‘Nee! Ik ga het ook niet weer doen, dit was m’n eerste schilderij en het is niet de bedoeling dat ik er meer maak. Ik ben wel grafisch ingesteld, ik maak de hoesjes en de posters liefst zelf, ben wel behept met lettertypes en zo. Maar ik heb een studio en geen atelier. Ik ben geen schilder en pretendeer dat ook niet te zijn.’ 

Waarom dan toch de kwast ter hand genomen?
‘Ik vroeg me op een gegeven moment af: gaat het om het plezier van het maken of om het resultaat? Mijn hele leven zit in die twee dingen. Dan zit ik thuis te spelen, op de bank met m’n gitaartje, en m’n handen gaan als vanzelf. Dat is de basis, m’n allereerste impuls, altijd. En dat gaat maar door, het is geen werk, ik hoef me er niet toe te zetten, alleen maar liedjes te maken. Helemaal gelukkig.’

[Image: Spinvis-Isolde-Woudstra_4-3.jpg]

‘Daarnaast heb je het resultaat, de plaat waarover je gaat praten en straks sta je die liedjes dan voor mensen te spelen. Ook leuk, zij het wel een gescheiden wereld. Bij dat schilderij had ik mezelf tot doel gesteld iets te doen waar alleen dat plezier vanaf straalt. Als een kind, dat je wit papier en kleurpotloden geeft en tekenen maar. Het kind denkt helemaal niet dat z’n tekening in een museum gaat hangen en of anderen er een betekenis uit oppikken. Het kind gaat gewoon lekker tekenen. Vandaar mijn Be-Bop-A-Lula-statement: het maken is het belangrijkst. En het plezier daarin.’

De passie…

‘Dat vind ik een heel moeilijk woord.’

EEN ANDERE passie dan: je plaat komt uit op Goede Vrijdag. In Portugal heb je het over Pasen, er klinkt koorzang, her en der horen we Bijbelse associaties…

[grinnikt] ‘Jesus Christ…’

…en de plaat telt met z’n veertien tracks evenveel staties als de kruisweg van Jezus.

‘Nou, allereerst: je bent knettergek, haha. Ik besef nu pas dat ik in Portugal inderdaad over Pasen zing. Ik vind het hele Bijbelverhaal wel bijzonder, weet ook best veel over religie, maar het idee om hem op Goede Vrijdag uit te brengen, komt toch echt van [Excelsior-baas] Ferry Roseboom, de opperstrateeg. Ik begin me wel steeds meer te interesseren voor het Rooms-Katholieke geloof. Niet dat ik het licht heb gezien, maar ik vind het wel interessant.’

Het licht komt ook, in velerlei vormen, terug in de teksten.

‘Dat is zeker waar.’

En je thuisstudio heet Het Vaticaan.

‘Ja, als je het zo op een rij zet… Ik ben helemaal geen religieus iemand, al ben ik me zeker bewust van de Bijbelse verwijzingen in mijn teksten. Die beelden hebben zoveel kracht, de symboliek is zo oud en het is van álle mensen. Je kan een woord als God op zoveel manieren gebruiken: mijn God, wat een taxi kost. Maar ook: God, droomde U dit land? Er zitten nu eenmaal oud-testamentische woorden in. Is ook iets Hollands, denk ik. Het godvrezende dat altijd in de Nederlandse volksaard heeft gezeten. Of nog zit, zelfs. Of je nou wilt of niet.’

Waar komt dan nu, na je zestigste, die toenemende interesse in het Rooms-Katholicisme vandaan?

‘Tja, het is vooral beschouwend van aard. Er vallen mensen om je heen weg, die gaan dood. Je eigen leven is ook niet bepaald oneindig. Je denkt meer na over dat soort zaken. En op de meeste levensvragen zal je nooit antwoord krijgen. Maar je bent daar niet alleen in, in dat zoeken. Zo’n kerk, zo’n dienst, waar mensen oude Bijbelspreuken gaan zingen, dat heeft natuurlijk een functie. Daar ligt een lijn naar wat ik elke avond doe: zo’n optreden is ook een soort dienst. Mensen komen daar samen, zingen mee, of zijn ontroerd en voelen daar van alles bij. In feite is een concert een voortzetting van zo’n dienst, inclusief teksten vol symboliek. Alleen de betekenis is aan ieder voor zich.’  

DE ZIN ‘God, droomde U dit land’ komt uit Weg Zijn Doet Geen Pijn. Een nummer waar wel degelijk enige betekenis in doorklinkt. ‘Echo’s en roest in de fabriek, de grond is verdacht en katholiek’, zing je daar ook. Schuilt daar toch een boodschap?

‘Voor mij… Je kunt op Google Streetview naar van die kleine dorpjes in Polen of Wallonië, waar niks meer is. Als je daar virtueel in rondloopt, zie je ineens twee mensen bij een bushalte zitten. De fabriek is gesloten, de school is dicht, er zijn geen winkels meer en niemand wil hun huis kopen, dus ze kunnen daar niet weg. Samen zeggen ze: we blijven hier en zinken dan maar weg in de klei. En als we weg zijn, doet dat geen pijn. Dus vooral een persoonlijk verhaal. Maar inderdaad: het zijn gifbelten, waar die mensen moeten wonen. Verdachte grond. Pure misdaad, dat soort oorden. Oei.’

[Image: Spinvis-Isolde-Woudstra_2-3.jpg]

En in Lente ’22: ‘Ze halen de bomen neer, ze begrijpen het protest / Ze hebben rechten voor zichzelf, ze hebben plichten voor de rest.’ Wie zijn die ‘ze’?

‘De Zuidas. De boven ons gestelde gemeente, de macht die alles van ons weet. Er blijft geen hartslag ongemerkt. Dat nummer is een soort raamvertelling, vijf losse verhaaltjes, eigenlijk portretjes zoals in Smalfilm. De eerste is iemand die dood is, maar er was niemand op z’n begrafenis. De tweede is een verliefd stelletje, ze lopen door de stad en eten ijs bij de fontein, maar in het spiegelbeeld van de ruiten zien ze een afstand tussen elkaar die nooit zal worden overbrugd. Nummer drie is de gemeente. Nummer vier is een serie foto’s door de jaren heen, van iemand met wie het niet goed afloopt, een triest verhaal. En als laatste zien we een vrouw met haar zoon in de bus, het gaat helemaal fout met die gast, ze doet wat ze kan maar het heeft geen zin.’

En voor de moeder en het kind zingen engelen in koor. Weer dat sacrale element.

‘Ja. Zij is wel Maria. En met haar zoon zit ze in het stralende licht. In de bus. Van de RIAGG naar de detox, van het kansje naar de muur.’

HOE VERZIN je dit allemaal? Zit er een autobiografisch element in of is het vooral waarneming?
‘O, alles door elkaar. Het begint altijd met je eigen observaties, maar ik vind mezelf niet zo interessant. Ik vind álle mensen interessant. Dus probeer ik mezelf een beetje weg te vlakken. Al is een ik in een liedje wel lekker. Die heb je vaak wel nodig, tekst-technisch. De ik in mijn liedjes ben ik niet noodzakelijk zelf.’

Dat vermoedden we vanaf Smalfilm al. Je bent geen vrouw van 40 met een sigaret, je hebt geen buitenaardse stof in je bloed…

‘Nee, haha, ik pas deze vorm al vanaf de eerste Spinvis-plaat toe. Het is een ik-vorm zonder ego. Weet je, de nadruk wordt tegenwoordig nogal gelegd op het schrijven over je eigen leven. Ik had een tijdje terug een soort workshop voor studenten van een kleinkunstacademie, ze maakten daar ook liedjes en zo. En die studenten hadden van hun docenten te horen gekregen dat je moet graven in je allerdiepste gevoelens. En van daaruit moesten ze gaan schrijven.’

Ah, dus zo komt How Can I Make This About Me in de wereld.

‘Ja! Want míjn gevoelens zijn de belangrijkste van de wereld. Zogenaamd… Ik vind dat dus totale flauwekul. Je hebt gewoon je verbeeldingskracht en je fantasie. Natuurlijk word je gevoed door van alles. Ik weet niet wat er aan de hand is in die wereld, maar graven in jezelf is onzin. Je moet kijken, luisteren, beleven, nadenken. Waar ik de dingen vandaan haal, kent geen grenzen. Het komt uit alles wat ik meemaak.’

JE PROBEERT ook de actualiteit doorgaans te vermijden. Maar met een overwegend blauw-gele hoes denk je meteen…
‘Oekraïne! Daar heb ik niet eens aan gedacht, het zijn gewoon lekkere kleuren. Grappig dat je zo’n plaat, als je het zo vertelt, dus alsnog heel geëngageerd kan maken. Vooral de buitenwacht vind dat heel belangrijk, momenteel. Ik denk dan weer: kunst kan toch veel meer zijn? Tuurlijk mag het geëngageerd zijn, maar het hoeft toch niet?’

Wordt het steeds moeilijker om dat engagement in je muziek te omzeilen?
‘Zeker. Toch kies ik liever voor tijdloosheid. Bij 7.6.9.6 had ik nog een aanvaring met een interviewster, die vond dat ik niet maatschappijkritisch en activistisch genoeg was. Ze had verwacht dat er meer maatschappelijke relevantie in de plaat zou zitten. Dat doe ik nou eenmaal niet, althans niet in hapklare brokken en duidelijke statements. Je kan er immers uithalen wat je zelf wil. Ik vind dat engagement sowieso veel te nauw wordt gedefinieerd. Als ik iets opschrijf waarvan je geen idee hebt wat het betekent, terwijl het je wel raakt, dan is dat engagement. Want ik maak voor jou een deur open die je eerder nog niet wist te vinden. Dát is engagement. Niet dat je anderen gaat vertellen wat jij denkt, laat staan wat zij moeten denken.’

Horen we de wereld van vandaag toch terug in Oogstlied?
‘O, het graan! Dat is wel een goed voorbeeld. In Oekraïne is het graan tot een gigantisch machtsmiddel verheven. Als je verder gaat lezen, kom je erachter dat de Romeinen al op dat graan uit waren, dus dat is al sinds mensenheugenis zo en gaat maar door. Ik stel me dan zo’n rituele dans voor, mannen en vrouwen in zo’n veld, op een ritme dat al eeuwenoud is. En al die oorlogen, al het geweld dat er over dat graan heen is geraasd. Al die dictators, al die slachtoffers. En die dans gaat maar door. Nu ook weer. Zoveel doden, zoveel jongens… Het graan groeit letterlijk op het mijnenveld, de doden voeden het graan.’

[Image: Spinvis-Isolde-Woudstra_3-9.jpg]

Als dat geen betekenis is…

‘Ja, zeker. Eigenlijk is er altijd betekenis. Alleen hoef ik het er niet zo dik bovenop te leggen. Er zitten genoeg kleine statements doorheen. En grote, voor wie het horen wil.’

DE GEJAAGDE openingstrack Tingeltangelhersenpan is een smeltkroes van actuele speldenprikjes: ‘Rondje van de zaak, prik voor iedereen!’

‘Hahaha! Heerlijk. Het zal je niet verbazen dat de plaat tot stand kwam tijdens de corona’s.’

De verteller hangt in een stoel als een fossiel, heeft geen account, geen profiel. Hoe beweeg jij je door de wereld van de sociale media?

‘Niet. Ik gebruik zelf geen Facebook of Twitter, dat vind ik zo’n narcistische toestand. Er zijn wel Spinvis-accounts, die worden beheerd door iemand anders. Er is nu ook een Spinvis-TikTok aangemaakt. Ik begrijp namelijk wel dat het heel onhandig is om daar niet in mee te gaan. Dan wordt dát weer een statement, alsof je je ervan afzet, erboven staat. Ik denk er nu over na hoe we die TikTok kunnen gaan invullen. Je kan er echt iets vertellen, over hoe je een snaredrum opneemt of een tekst maakt, in plaats van al die zogenaamd lollige filmpjes over hoe interessant je bent. Mogelijkheden zat om er iets inhoudelijks mee te doen. Je trekt er alleen geen honderdduizendmiljoen kijkers mee, maar het heeft vast z’n doel.’

En de man met de tingeltangelhersenpan heeft ’t warm. Het is veertig graden. ‘De zomer is een moordenaar, zeg ik zomaar, zijn mijn woorden maar.’ 

‘Denk aan zo’n claustrofobische, hete zomer. Voor mij is het een vent die in een tram zit en gek wordt van de hitte. Hij kan z’n gedachten niet meer stoppen en gaat alles wat door hem heen schiet aan elkaar knopen, ook taaltechnisch. Van de winter lag hier sneeuw / Tijd is rijp en rijp is tijd. Hij gaat zo maar door met associëren. Ik ga gekleed als de profeet van het openbaar vervoer is mijn favoriet. Die zing ik nu tijdens mijn Neveldieren-tournee elke avond met zoveel plezier.’

Het is dus bloedheet. Maar op je plaat geen klimaatpraat.

‘Nee, de zon schijnt gewoon volop. Daar mag eenieder z’n conclusies aan verbinden.’ 

SOMS WEL gevaarlijk, die zon. Kijk naar Icarus.

Icarus is het afscheid van de jeugd [grinnikt]. Dat is bij mij al lang gebeurd, natuurlijk. Ik laat Icarus, als z’n vleugels zijn gesmolten, netjes op een luchtbed op het strand neerkomen en daar ligt ie nu met een cocktail, denkend aan de tijd dat hij nog vliegen kon. Dat hij álles nog kon, een eindeloze toekomst voor zich had en alle mogelijkheden nog open lagen. Dat is niet meer.’

Trek je daar een parallel met jezelf op je 62ste?

‘Absoluut.’

[Image: Spinvis-Isolde-Woudstra_1-1.jpg]

Terwijl Spinvis toch nog altijd redelijk stabiel door de lucht zweeft, vanaf de grond gezien…

‘Zeker. Misschien ben ik feitelijk ook wel Daedalus, z’n vader. Maar op je 62ste heb je nu eenmaal meer verleden dan toekomst.’

Op je vorige plaat zong je dat je in je laatste huid zat. Ben je inmiddels een beetje gewend aan die 60?

‘Hmmm… Ik heb er eigenlijk nooit op een bepaalde manier naar gekeken. Het gaat ons allemaal gebeuren, hopelijk. Iedereen loopt dit pad, als alles goed gaat. Het is alleen maar interessant. Ik hoor wel mensen zeggen: nou, ik ben dan wel 60, maar van binnen ben ik nog 40. Dat is helemaal niet waar. Je zou het wel graag willen, dat zelfbeeld heb je misschien, maar je verandert, je wordt simpelweg ouder. Ik ben niet meer degene die ik was toen ik 40 was, dat is gewoon zo. Je lichaam verandert, je geest verandert gewoon mee. Je hebt het alleen niet door, dat is weer wat anders. Als ik nu zo’n 7.6.9.6 luister – wat ik overigens nauwelijks doe – dan zie ik wel degelijk dat ik ook in die drie jaar al veranderd ben.’

Hoe is de Spinvis, of de Erik, van 2023 anders dan die van 2020?

‘Ik vond de vorige plaat best somber. Dat wil ik niet meer. Daar komt die zon nu ook steeds vandaan, ik probeer het allemaal wat vrolijker te maken. Iets meer licht te laten schijnen, hoe moeilijk dat ook voor mij is. Ik hoop dat dat toch wel in deze plaat zit. Daarom laat ik Icarus ook op dat luchtbed ploffen, onder de lachende gasballon – natuurlijk een knipoog naar de lachgasballonnetjes in het uitgaansleven. Zie je, de mooie betekenissen sluipen er zomaar in, terwijl ik gewoon muzikale taalspelletjes doe. Ik zoek er wat geluidjes bij, vogeltjes, een steelguitar en van die weelderige strings die mooie golfjes maken. Een Frans zinnetje om het af te maken. Eigenlijk is Icarus als een Bob Ross-schilderij. Die gaat ook altijd veel te lang door met tierelantijntjes en decoraties. Ik heb alles erin gestopt wat ik kon verzinnen. Daar word je vrolijk van.’

OVER BOB ROSS gesproken: is de plaathoes een zelfportret?

‘Ja, dat ben ik wel zelf. Als een zon, niet bedoeld als heilige of zo. Hij roept: Als je maanlicht braakt. Eigenlijk is dat de subtitel van de plaat, het was commercieel niet zo handig om ‘m helemaal zo te noemen. Ik vind het wel passend.’

Waarom?

‘O… dat is een moeilijke vraag. Waarom… Het is gewoon een mooie zin. Wat betekent het? Geen idee. Stel je iemand voor die maanlicht braakt en je hebt de oplossing, wat je er ook van maakt. Of bekijk het door de ogen van het kind.’

In eerdere interviews kwam wel eens een gezegde van de dichteres Louise Glück naar boven: ‘We kijken één keer naar de wereld, in onze kindertijd – de rest is herinnering.’

‘Ik vind dat een hele mooie uitspraak. Ik zoek die dingen wel, ja, die ik voor het eerst meemaak. Eigenlijk voeren die ogen van het kind ook weer terug naar Gene Vincent en Be-Bop-A-Lula, het eerste geluidje van de baby. De dingen die voor het eerst gebeuren, hebben een kwaliteit die nooit meer terugkomt. Zie bijvoorbeeld The Beatles. Of verder terug: de muurschilderingen van Lascaux. Voor zover we weten de eerste keer dat mensen een tweedimensionale afbeelding maakten van de werkelijkheid. Alles wat daarna is gebeurd… Zelfs de Sixtijnse Kapel heeft in al z’n pracht niet die eenmaligheid die je in de tekeningen van Lascaux ziet. Op een of andere manier is dat een natuurwet, zo’n oerknal zet iets neer dat nooit meer terugkomt.’

Ik leg de Bijbel nog eens op tafel.

‘Niet voor niets Het Boek, volgens velen. En ik moet nageven, ook weinig geëvenaard, qua storytelling. Een flux, een vonk, vanuit het niets. En toen was er licht.’

WAT LUISTER je momenteel? Grote ontdekkingen, kleine inspiraties?

‘Ik volg alles en luister veel. Ik check altijd netjes de lijstjes van OOR en 3voor12 en Pitchfork. Ook dienen oude dingen zich opnieuw aan [scrolt door telefoon]. MGMT. The Tallest Man On Earth. Nada, dat is Italiaans. En de nieuwe dEUS. Dat soort dingen. Qua inspiratiebronnen… O, ik heb in Portugal geprobeerd te zingen als Billie Eilish, met heel veel compressie in de productie, zonder dat er ruis in de opname komt. Ik vind ‘m wel goed gelukt. Zelfs ik kan zo wel van m’n eigen stem genieten.’

Er is momenteel een hele golf aan jonge Nederlandstalige artiesten met impressionistische inslag, zoals De Toegift en De Witte Kunst. Wat krijg je daarvan mee?

‘Alles! Echt, ik luister alles. Ik vind het allemaal zeer interessant, ook wat Froukje en S10 bijvoorbeeld doen. De thematiek van de teksten spreekt me niet altijd aan, muzikaal en hoe ze performen vind ik echt fantastisch. Ja, De Toegift ken ik en ik heb De Witte Kunst laatst gevraagd toen ik een programma mocht samenstellen in dB’s in Utrecht. Ik kende ze alleen van de plaat, hun performance is ook echt wow. Heel goed. En als die jonge gasten nu Spinvis als inspiratie noemen is dat alleen maar leuk. Er zijn ook veel verschillen. Maar dat moet ook. Spinvis is er al. Al een tijdje zelfs.’

[Image: spinvis.jpg]

Heb je nog een advies of devies voor die jonge bands, die nu nog aan dat avontuur beginnen? 

‘Nee… Die mensen zijn 20, hebben een totaal andere leef- en denkwereld. Als ik ze al iets zou zeggen, moeten ze daar vooral niet naar luisteren. Ze mogen het helemaal zelf weten. Nou, één ding misschien: doorgaan. Gewoon doorgaan. Ga gewoon door. En alle andere mogelijke varianten van dat cliché.’

‘IK BE TOT ik bop, ik rij tot ik stop’, zing je in Speel Dat Ik Leef. Zelf ga je ook gewoon door?

‘De motor stopt niet, ik ben nu alweer met nieuwe dingen bezig. Die instrumentale plaat, waar ik drie jaar geleden al mee bezig was, zit nog steeds in het vat. En ondertussen blijf ik gewoon lekker muziek maken, als het ene af is ga ik verder met het volgende. De tijd vliegt, maar ik heb nog wel even.’

Lang Zal Hij Leven deed me denken aan een Hendrik Groen-versie van Wespen Op De Appeltaart.

‘Jaaaa… die reken ik goed. Wat ik zo leuk vind aan die tekst: hij is jarig, ze komen de straat in en bonken op de ruit. Ze komen hem halen, het is finito. Dus hij kleedt zich mooi aan, want er is toch niks meer aan te doen, het is zover. Een regel waar ik heel blij mee ben: Ze hebben maskers op van mensen die ik heb gekend. Ik weet niet waar ik ‘m vandaan heb gehaald, maar ik vind ‘m te gek. Heel eng ook. Want het zijn dus niet z’n vrienden en familie en bekenden, maar andere personen met die maskers op. Griezelig.’

Het nummer klinkt als The Strokes. Alleen zijn ze het niet.

‘Klink ik daar als Julian Casablancas? [nasale dreun] Nanananaaaaaa. Ja, ik snap ‘m wel. Je zoekt toch naar een modus waarin die stem die je hebt in het geheel past. Overigens: er zit ook een vleugje ELO in. Koeng-koeng-koeng-koeng.’

NOG MEER van dat soort babygeluiden en we zijn weer terug bij Be-Bop-A-Lula

‘O, maar daar kom je uiteindelijk altijd terug. Laatst speelde ik in een verzorgingstehuis voor dementerende mensen, in een zaaltje van veertig man, doodeng. Met vlak voor m’n neus een meneer die echt als een kind naar me zat te kijken. Z’n ogen waren spiegels waar ik niets in kon lezen. En hij genoot totaal, alleen ik weet niet waarvan. Ik dacht: ja, dat gaat mij misschien ook gebeuren. Dat je helemaal wegzakt in je gedachten.’

‘Ik zwaai tot ik verdwijn, als alles achterblijft / Tot geen mens me meer begrijpt’, zing je in Speel Dat Ik Leef. Is dat een angstbeeld of juist een droom?

‘Nou, het lijkt me geweldig om dusdanig te poëtiseren dat echt niemand je meer begrijpt. Ik vind het totaal niet erg om daar naartoe te gaan. Wat die demente meneer betreft: volgens mij krijg je er niets van mee, nee, als je zo ver weg bent. Dat is meteen ook het trieste. Je leeft, alleen je bent er niet. Voor je familie is dat vreselijk. En er zal een overgangsperiode zijn waarin je zelf ook weet wat je te wachten staat. Maar zoals die oude man daar voor me zat, in totale verwondering, alsof hij alles weer voor het eerst meemaakte… Nee, daar ben ik niet bang voor [grinnikt]. Helemaal niet bang.’ 


BE-BOP-A-LULA is op 7 april verschenen.
[+] 1 user says Thank You to Maynard-J for this post
Reply
en ook

[+] 2 users say Thank You to reaper for this post
Reply
Tof interview, straks de plaat voor het eerst een aanzetten.
Reply
Hier de OOR-recensie:

De pretentieloosheid die Erik de Jong oftewel Spinvis aan de dag legt in de bio bij zijn zevende album is aanstekelijk. We doen allemaal maar wat en liedjes maken is toevallig wat De Jong doet, gewoon, zoals altijd. Be-Bop-A-Lula is een gelaagd mozaïek met een zorgvuldige productie die de liedjes tot hun recht laat komen.

Het zit vol prachtige vondsten, zoals het kerkkoor in Wie Zag Het Licht en het kantelmoment waarvoor piano, strijkers en een koortje zorgen in Weg Zijn Doet Geen Pijn. Dat is een ontroerend liedje over vergankelijkheid en dingen die voorbijgaan, een terugkerend thema. Tingeltangelhersenpan heeft een ontregelende tekst en wordt bijeengehouden door een fijne beat en een bluesy mondharmonica. ‘Geluk blijkt te bestaan / Maar met iedereen die ik ken / Is wel wat’, zingt hij in Portugal. Als geen ander kan Spinvis in een paar zinnen treffend de tragiek van het bestaan schetsen, als chroniqueur van de mens op zoek naar houvast in een overweldigend dagelijks leven. Zo ook in Lente ’22. ‘Hier met je ouders op het strand / Dit is je school hier ben je mager en verliefd (…) Hier wordt het donker in je hoofd / Hier kijk je weg alsof je het zelf niet meer gelooft / Hier gaat het snel op deze ook / Hier sta je al niet meer op.’

Heerlijke eighties-synths en een strak gitaarriffje brengen lichtheid in Paradijs. Icarus is een hartverwarmend nummer met een ukelele als basis. Lang Zal Hij Leven heeft een ingetogen, feestelijke finale. Steeds is er een geraffineerde balans tussen licht en donker, opbeurend en weemoedig. Be-Bop-A-Lula klinkt fris en nieuw, maar toch onmiskenbaar als Spinvis. Hij is een meester in show, don’t tell – betekenis is te vinden tussen de regels door. Rock & Roll heeft vele gedaanten. Spinvis presenteert er met Be-Bop-A-Lula zijn geheel eigen, schitterende versie van.
Reply
Ik vind 'm inderdaad een pak luchtiger dan 7.6.9.6 ja, maar minder als Treinvuurdagenraad. De plaat schippert zo'n beetje tussen de twee en is uiteraard ook weer typisch Spinvis. Leuk interview ook verder, hij komt altijd zo zweverig over maar op een interessante manier. Weinig artiesten met wie ik dat heb.
Reply
Bij de vorige twee platen moest ik er wat meer inkomen, dit vind ik volgens mij de beste sinds Tot Ziens, Justine Keller.
Reply
Hier hebben we vandaag 2 tickets gescoord voor 't concert van 10 November in Neushoorn te Leeuwarden.
[+] 1 user says Thank You to Fenderboy for this post
Reply
Live de moeite waard? Komt 24 Jan naar Maastricht, denk toch maar kaart kopen.
Reply
(17-11-2023, 10:51)BigBird Wrote: Live de moeite waard? Komt 24 Jan naar Maastricht, denk toch maar kaart kopen.

Zeer de moeite waard. Vooral in de Muziekgieterij lijkt me dat fabelachtig mooi.
Reply
(17-11-2023, 12:42)Timothy\s Monster Wrote:
(17-11-2023, 10:51)BigBird Wrote: Live de moeite waard? Komt 24 Jan naar Maastricht, denk toch maar kaart kopen.

Zeer de moeite waard. Vooral in de Muziekgieterij lijkt me dat fabelachtig mooi.

Ben in Venlo geweest en ga in Maastricht weer, was weer prachtig.
Reply
Erbij in Maastricht #zinin
[+] 1 user says Thank You to rob12nl for this post
Reply


Forum Jump:


Users browsing this thread: 1 Guest(s)